
-
Neus
Het reukvermogen is bij schildpadden zeer goed ontwikkeld en voert
ze trefzeker naar een partner van dezelfde soort en naar voedsel.
Waterschildpadden ruiken onder water net zo goed als boven water.
Daarom bereiken ze in troebel water ook hun doel. Ze pompen het
water d.m.v. bewegingen van de onderkant van de mondholte door de
neus in de bek en laten het uit de bek naar buiten vloeien.
-
Oren
Het oor is uitwendig nauwelijks te zien. Het bevindt zich ongeveer
achter de 'wang' en is meestal bedekt met een leerachtige huid of
met schubben. Een uitwendige oorschelp ontbreekt en het trommelvlies
ligt direct onder de huid. Schildpadden kunnen het beste lage tonen
waarnemen. Daarom is het mogelijk d.m.v. een instrument schildpadden
te lokken. Trillingen van de bodem worden via de achterpoten en
het schild naar het binnenoor geleid, dat door de trillingen wordt
geprikkeld.
-
Ogen
Het zicht is scherp, vooral om in de verte voedsel of vijanden waar
te nemen.
Maar niet van dichtbij, dan oriënteert hij zich door middel
van de geur.
Waterschildpadden hebben in hun netvlies een laagje geeloranje gekleurde
vetbolletjes waardoor het gebruik van hun gezichtsvermogen ook in
troebel water mogelijk is.
Ze zijn er echter nog niet achter of schildpadden kleuren kunnen
zien.