Onderstaande
tekst is voor de Trachemys, Chrysemys en Graptemys
soorten waterschildpadden.
Om
de soorten schildpadden raszuiver te houden, adviseren wij om niet
met 2
verschillende (onder-)soorten schildpadden te kweken. Bepaal daarom
eerst welke soort u heeft.
- De paringsdans
De mannetjes zijn geslachtsrijp bij een lengte van ± 10 cm,
de vrouwtjes bij een lengte van ± 17 cm. Een
lengte die ze bereiken als ze ±
3 of 4 jaar zijn.
Indien de schildpadden goed door hun winterrust gekomen zijn kunnen
we in het voorjaar een paringsgedrag vaststellen, waarbij de mannetjes
de vrouwtjes
opdrijven en achtervolgen, gedurende een paar dagen.
Als het vrouwtje ook tot paren bereid is komt het tot de eigenlijke
hofmakerij. Opgewonden zwemt het mannetje om het vrouwtje heen en
brengt haar voortdurend in het nauw. Dan zwemt het mannetje van
voren op het vrouwtje toe en strekt daarbij zijn voorpoten uit.
Terwijl de voorpoten trillend, vibrerend bewegen, beroeren de nagels
ervan de kop van het wijfje (dit is zo bij Trachemys
en Chrysemys).
(De Graptemys soorten die kopknikken tegen elkaar).
Vooral de kin en de wangen worden hoe langer hoe vaker aangeraakt.
Maar ook het vrouwtje laat zich niet onbetuigd: toont zij interesse,
dan vibreert ook zij met de tenen van de naar voren gestrekte voorpoten.
Met rustige, niet overhaaste zwembewegingen geeft het vrouwtje tenslotte
aan dat zij bereid is tot paring.
Je ziet wel vaker dat schildpadden van beide geslachten de voorpoten
trillend, vibrerend bewegen tegen elkaar. Sommige exemplaren doen
dit ook tegen stenen of andere dingen.
- De paring
Daarna schuift het mannetje over het schild van het vrouwtje en
brengt zijn staart onder die van het vrouwtje, zodat de beide cloaca
openingen tegenover elkaar liggen. Nu kan het tot een eigenlijke
paring komen. Naarmate de temperatuur, kan het leggen van de eieren
(legseizoen) al in april beginnen. T/m ±
juli.
Na de bevruchting zal de schildpad op zoek gaan naar een geschikte
plaats om haar eieren te leggen.
Zorg ervoor dat er altijd sepia en/of eierschalen aanwezig zijn
in het aqua.
De vrouwelijk waterschildpad probeert constant te ontsnappen en
ze is heel onrustig bezig op het eiland.
Het eileggen gebeurt meestal in een droge ondergrond die bestaat
uit warmtebehoudend materiaal. Een geschikte plaats is op een zandeiland
met voegzand, rivierzand, of metselzand. Maar met voorkeur reptielenzand,
aquariumzand en speelzand. Dit zand is behandeld tegen schimmelgroei,
insekten, schadelijke stoffen maar vooral is het afgerond zand (niet
scherp). Als er geen geschikte legplaats is dan
zal ze haar eieren in het water leggen of nog erger vasthouden.
Dan krijgt ze legnood.
Zorg daarom voor een geschikte plaats. Het best is om een zand-eiland
te maken in de huisvesting, met een warmtelamp en een UVB lamp erboven.
Meer informatie over de verlichting: zie 'Huisvesting.'
Eieren die in het water gelegd worden, sterven meestal af.
Ze maakt een peervormige ronde nestkom met een middellijn van 5
tot 25 cm.
Het aantal eieren schommelt tussen 5 en 25 stuks. Gemiddeld bestaat
een legsel uit 10 eieren.
Wanneer de schildpad klaar is met leggen, zorg dat ze extra kalk/calcium
binnenkrijgt door middel van sepia en/of eierschalen.
- Eieren uitbroeden of niet
Er dient een beslissing te worden genomen of u de eieren wilt uitbroeden
of niet.
Wat gaat u met de jonge schildpadjes doen? Gaat u ze zelf houden
of verkoopt u ze aan andere liefhebbers? Is het wel zinvol om te
kweken?
Schildpadden houden is niet voor iedereen weggelegd. Dit heeft u
zelf ervaren.
Het kost tijd, energie en geld. U realiseert dat u ze wel een tijdje
kunt houden, maar dat u ze op den duur toch weg moet doen. Het blijft
erg lastig om een goed thuis te vinden.
Op internet, reptielenbeurzen en in winkels kunt u de schildpadden
te koop aanbieden.
U kunt contact opnemen met: verenigingen zoals Lacerta (Nederlandse
Vereniging voor
herpetologie en terrariumkunde) en NBSV (Nederlands-Belgische Schildpadden
Vereniging) of als de ouder dieren geregistreerd staan in het stamboek
(dit hoeft niet per se, maar wij raden aan dit te doen), de stamboekhouder
van de desbetreffende soort.
Als u besluit de eieren uit te broeden;
Draai de eieren niet! Dan kan het ei afsterven omdat het embryo
niet vast hangt.
Markeer voorzichtig de bovenkant van het ei met een potlood of stift.
- Incubatie
Er zijn diverse methodes om de eieren uit te broeden.
Bijvoorbeeld stilstaande lucht (bvb in een couveuse), geforceerde
lucht (bvb een tempex doos of koelkast) en de natte methode (Au
bain-marie).
De laatste zullen wij bespreken, daar deze methode het meest gebruikt
word.
Een broedstoof van glas wordt voor een deel gevuld met water. In
het water wordt een aquariumverwarming geplaatst om het water te
verwarmen. Hierboven zit een (aluminium- of kunststof)rekje met
gaatjes. Bovenop dit rekje worden de eieren geplaatst in lege (krekel)bakjes
met gesloten deksel. In de bakjes moeten enkele (±
3-9)
gaatjes (van ±
tussen
de 1 en 5 mm diameter) aan de boven- of zijkant van het doosje aanwezig
zijn.
De eieren dienen ±
voor de helft in vochtig vermiculiet (opgeblazen
tufsteen dat wordt gebruikt in plantenkwekerijen) te liggen.
Vermiculiet-water verhouding is 1 : 2 in gewicht.
Het deksel van de glazen broedstoof loopt schuin zodat de waterdruppels
niet op de eieren vallen. Ventileer af en toe.
Een luchtvochtigheid van 80 tot 90% is ideaal. Als de luchtvochtigheid
te laag is, kan er een luchtpompje worden gebruikt. Dit houdt het
water ook in beweging.
Bij een hogere luchttemperatuur (±
32
graden) ontstaan er vrouwtjes. Bij een lagere luchttemperatuur (±
27
graden) ontstaan er mannetjes.
Hang er een thermometer met hygrometer in om alles goed in de gaten
te houden.
- Schouwen van het ei
Als na 24 uur of iets langer er een witte band om het ei komt, dan
is het bevrucht.
Deze witte band strekt zich in de loop van de broedduur over het
hele ei uit.
Als de eitjes niet bevrucht zijn dan zullen ze gaan rotten of schimmelen.
Eieren waarop een beetje schimmel staat kan nogsteeds iets uit komen.
Heeft u eenmaal besloten om de eieren weg te gooien (ivm stinken,
rotten en/of schimmel) zou u het wel open kunnen maken om te kijken
of er een jong inzit.
Als u zeker wilt zijn dat de eieren bevrucht zijn kunt u zo rond
de vijfde dag van het broedproces de eieren schouwen met behulp
van een schouwlamp.
Dat wil zeggen met behulp van een sterke lamp kijkt u door het ei
heen en kan gezien worden of het ei werkelijk bevrucht is of dat
het ei onbevrucht is.
Doe voorzichtig en zorg ervoor dat de lamp niet te warm is.
Een onbevrucht ei zal geheel helder zijn en een bevrucht ei, zeker
bij witte eieren, toont een duidelijke donker vlekje en bloedvaten.
- Uitkomen van de eieren
Afhankelijk
van de temperatuur komen de eieren in hun natuurlijke habitat na
60 á 80 dagen uit.
Aan het eind van de incubatie ontstaan er tal van kleine scheurtjes
in het spierwitte ei.
Niet ontwikkelde eieren zijn bruinachtig of zien er glazig uit.
Na 1 á 2 dagen scheurt het ei verder zodat de kop naar buiten
komt.
Het uitkomen van het ei neemt ongeveer 1 á 2 dagen in beslag.
Help het dier niet met uitkomen!
Als het schildpadje uit het ei komt kunnen ze uit het bakje klimmen.
Zorg ervoor dat de schildpad niet kan verdrinken in het water van
de stoof.
In normale omstandigheden worden de baby schildpadjes na 60-80 dagen
geboren. Gemiddeld zijn ze bij geboorte 32 mm lang, 31,3 mm breed
en 16,4 mm hoog. De groei in het eerste jaar bedraagt ± 3
cm.
Pasgeboren schildpadjes hebben een eitand (Na soms pas na enkele
maanden opdroogt en afvalt), waarmee ze het ei hebben opengemaakt.
Er zit ook een soort vlies (waterblaas) over de schildpad. Na enkele
dagen wordt deze zacht en gaat dan los.
Ze dragen ook nog een vitellinezak (of fontanel)(het vlies waarin
hij in zijn ei lag) onder de buik op het buikschild. Het vlies valt
er na een dag of twee af en voorziet het schildpadje van voedsel
in de eerste paar dagen. Ze eten daarom de eerste paar dagen tot
± 1 week niets.
Na hoogstens 10 dagen moeten ze toch aan het eten zijn. Ze eten
dan onder meer; watervlooien, fruitvliegjes, muggenlarven etc.
De pasgeboren schildpadjes worden, in de broedstoof, in een klein
bakje met een laagje water van een paar cm, of op natte tissues
apart gezet, totdat de dooier verdwenen is.
Daarna kunnen ze in een klein tochtvrij aquarium worden geplaatst.
Met een temperatuur van 22 t/m 25 graden. Zorg voor een ondiepe
waterhoogte (± 5 cm) zodat de schildpad nog met 4 poten op
de bodem kan staan. Verhoog het water ± elke week met ±
1 cm. Een platte steen kan als eiland dienen. Plaats boven het eiland
een UV warmte spot. Denk ook aan voldoende verstopmogelijkheden
zoals bijvoorbeeld kienhout, bladeren, kroos en/of andere drijfwaterplanten.
Naarmate het schildpadje groter wordt eet ze regenwormpjes
en slakjes. En in een later stadium eet het hetzelfde als de ouderdieren.

