Naam: |
Afrikaanse moerasschildpad |
Grootte: |
Maximaal
30 centimeter |
Verspreidingsgebied: |
Bijna
geheel Afrika, ten zuiden van de Sahara, voor en op Madagaskar en
in de Sahel landen. |
Leefomgeving: |
Poelen
en overige ondiepe wateren |
Gedrag:
|
Overdag
(maar ook nacht) actief |
Eten: |
Vlees
en vis (Carnivoren) |
Winterslaap: |
Nee |
Kenmerken: |
Ze
behoren tot de familie Pelomedusidae. Pelomedusidae zijn halswenders
(Pleurodira).
Het rugpantser is ovaal, plat en donkerbruin van kleur en heeft het
typisch gevormde 1e vertebrale schild. Het buikpantser is geelachtig,
met een donkere tekening langs de schildranden, tot geheel zwart.
De kop is plat en olijfbruin van kleur. Hierop kan een lichte of donkere
tekening voorkomen. Ze hebben 5 nagels aan iedere poot.
De twee ondersoorten P.s. subrufa en P.s. olivacea zijn uit elkaar
te houden door naar de buik te kijken.
Het verschil zit voornamelijk in de
pectorale (borst) schilden die bij P.s. olivacea elkaar niet raken
omdat de humerale
(bovenarm) schilden ze blokkeren. Bij P.s. subrufa raken ze elkaar
wel op de "normale" manier. |
Temperatuur: |
Tussen
24 en 30 graden |
Bijzonderheden: |
Hij verlangt schaduw en schuilhoeken. Ze graven zich graag in, in
een dikke laag zand.
Deze soort kan erg agressief gedrag vertonen!
In de natuur jagen ze vaak in groepen om grotere prooien te vangen.
|