Naam: |
Areolen
landschildpad of kleine padloper |
Grootte: |
Maximaal
12 centimeter |
Verspreidingsgebied: |
Zuidelijk
en zuid-westen van Zuid-Afrika |
Leefomgeving: |
Droge
gebieden en het kustgebied |
Gedrag:
|
Overdag
actief |
Eten: |
Plantaardig
met af en toe wat dierlijks |
Winterslaap: |
Alleen
in noordelijk gelegen gebieden |
Kenmerken: |
Het
rugpantser is afgeplat en de rugschilden zijn olijfachtig tot groen
van kleur met een donkere rand en een rood-bruin korrelig middenvlak.
De schilden vertonen de zogenaamde groeiringen. Het buikpantser is
egaal geel tot bruin gekleurd. De bek heeft een snavelachtige, naar
beneden gebogen punt.
De neuspunt is vaak fraai rood gekleurd.
De voorpoten hebben 4 tenen. |
Temperatuur: |
Tussen
25 en 30 graden |
Bijzonderheden: |
Hij
heeft veel behoefte aan warmte en zon.
Vooral mannetjes kunnen ten opzichte van elkaar zeer onverdraagzaam
zijn.
Cites Beschermd! Alleen
aan te raden voor ervaren schildpaddenhouders! |